De Indonesische keuken (in Nederland ook de Indische keuken genoemd) is zeer divers. Indonesië bestaat uit ongeveer 17000 eilanden, waarvan er zo’n 6000 bewoond zijn. Veel eilanden kennen hun eigen recepten, die met specifieke kruiden worden bereid. De keuken heeft onder invloed gestaan van de Chinese, de Indiase, de Arabische en ook de Nederlandse keuken. Elk heeft zijn bijdrage geleverd aan de grote verscheidenheid aan gerechten.
Rendang
(Hoofdgerecht)
Rendang is een klassiek stoofgerecht en wordt meestal gemaakt van rundvlees. Het vlees wordt langzaam gekookt. De bereidingstijd is afhankelijk van het gebruikte basis-ingrediënt. De traditionele droge rendang wordt helemaal ingekookt, tot de vloeistof is verdampt en het vlees de kruiden heeft geabsorbeerd. Door het verdampen van de vloeibare bestanddelen verandert het kookproces van koken in bakken. Door het langzame kookproces wordt het vlees mals en trekken de smaken van de kruiden goed in het vlees. Kruiden die gebruikt worden, zijn onder andere gember, laos, citroengras, knoflook, ui, spaanse pepers en koenjitbladeren. Rendang van kip of eend bevat vaak ook tamarinde.
Sambal Goreng Telor
(Hoofdgerecht)
Sambal Goreng Telor is een pittig eiergerecht dat vaak onderdeel is van een Indonesische rijsttafel. Gekookte eieren worden geserveerd in een pittige saus gemaakt van onder andere sambal en kokosmelk. Aan de sambal en kokosmelk voeg je nog enkele smaakmakers toe, waaronder knoflook, een sjalotje en gember.
Bami Goreng
(Hoofdgerecht)
Indische bami goreng zijn gebakken tarwenoedels met vlees. Ze worden in de wok gebakken met trassi, ketjap manis en sambal. Dit simpele, smakelijke gerecht wordt vaak uitgebreid met kool, prei, paksoi, taugé en/of gebakken ei. Het wordt met varkensvlees, kip of ook wel garnalen geserveerd.